Het Materiaal

Elk lid speelt met eigen materiaal, aangepast aan de eigen behoeften en fysieke eigenschappen, dat bij verschillende leveranciers kan worden aangeschaft.
Echter, een nieuw lid dat nog weinig of​​ geen ervaring in petanque heeft, wordt geadviseerd de aanschaf van het benodigde materiaal nog even uit te stellen. Op de club zijn verschillende materialen aanwezig zodat u de tijd heeft eerst wat ervaring op te doen om later de juiste keus te kunnen maken. Wat is zoal nodig:

 Boules: ​​ 3 gelijke boules en een tasje om ze op te bergen. Dit is voor elke speler het belangrijkste materiaal. De mooie glimmers bij de speelgoedwinkel voldoen niet aan behoorlijke kwaliteitseisen en zeker niet aan de eisen van​​ de NJBB en FIPJP. Op goedgekeurde boules moet tenminste de fabrikant, het gewicht en een uniek nummer zijn gegraveerd. ​​ De aanschafkosten kunnen van zo’n € 50,-- tot enkele honderden euro’s lopen.​​ 
Boules worden onderscheiden in:
Gewicht​​ : Toegestaan is 650 tot 800 gram. De meeste spelers geven de voorkeur aan boules tussen 680 en 740 gram. De keus hangt af van de grootte en kracht van de speler en van zijn voorkeur voor pointeren of tireren. Een pointeur kiest vaak een wat zwaardere boule, de tireur juist​​ iets lichtere.​​ 
Diameter​​ : ​​ Toegestaan is 70,5 tot 80 mm. Ook hier wordt meestal een gemiddelde diameter gekozen tussen 72 en 76 mm. De keus wordt in eerste instantie bepaald door de grootte van de hand en lengte van de vingers. De pointeur kiest vaak wat​​ aan de kleine kant, de tireur juist iets groter.
Hardheid​​ : ​​ Verkrijgbaar van 110 – 140 kg/mm2. De tireur kiest meestal zachte, de pointeur harde ballen. Nadeel van zachte boules op terrein met scherp grint is het ontstaan van “vleeshaakjes”. Er bestaan wel boules met een zacht karakter die dit nadeel niet hebben, maar die zijn vrij duur.
Striage​​ : ​​ Het aantal groeven op een boule, meestal van 1 tot 4. De verschillende aantallen en patronen vergemakkelijken het herkennen van de eigen boules. Daarnaast geven​​ ze de boule ook een eigen karakter dat vooral voor pointeurs belangrijk is. Deze kiezen meestal 2-4 groeven, de tireurs 0-2 groeven.​​ 
Materiaal​​ : ​​ Gewone boules kunnen snel roesten en vragen daarom meer zorg en onderhoud. U kunt ook kijken naar​​ roestvrij​​ materiaal (INOX), doch dat materiaal geeft weer minder “grip”.

 But: ​​​​ Een houten balletje van 30 mm diameter. Blank of van een duidelijke kleur voorzien. Neem er een paar extra, want ze raken wel eens zoek.

 Doekje: ​​​​ Beslist nodig om boules en handen schoon en/of droog te maken.

 Rolmaat: ​​​​ Nodig om voorgeschreven maten en afstanden te kunnen controleren en om bij twijfel te bepalen wie “ligt”.

 Teller: ​​​​ Een handig hulpmiddel om de score bij te houden en discussies te vermijden.

 Magneetje: ​​​​ Elke​​ geworpen boule moet ook weer worden opgeraapt. Dit betekent vele malen bukken op een speeldag. In de handel zijn speciale magneetjes aan een touwtje, of op een “uitschuifantenne” die het oprapen vergemakkelijken. Ook bestaat er een uitschuifantenne met grijper voor het but.

 Tas of kistje:​​ Om al uw zaken gemakkelijk te vervoeren.

 En verder: ​​​​ De fanatiekelingen onder ons willen alles zelf kunnen doen. ​​ Zij hebben b.v. een rolmaat van 10 meter om het geworpen but te controleren, een binnenpasser om heel kleine afstanden of over een obstakel te meten, een krijtje om de cirkel op asfalt te kunnen trekken, een spijker voor datzelfde op hardere ondergrond en een speciale uitschuifduimstok voor precisiemeting. Bent u eenmaal zover, dan valt er niets meer aan te​​ praten.